Doorwerking Hervormingsagenda Jeugd en project kostenbeheersing jeugdhulp
Voor 2025 zien we op hoofdlijnen het volgende beeld (dat verderop in de tekst nader wordt toegelicht):
de uitgaven voor jeugdhulp in 2023 lijken te stabiliseren ten opzichte van 2022 en met het project kostenbeheersing jeugdhulp zetten we in op een daling van de kosten van de jeugdhulp in combinatie met het beschikbaar houden van jeugdhulp voor de meest kwetsbare groepen;
het rijk heeft aangegeven zelf het risico te dragen voor het jaar 2025 voor de korting van € 0,6 miljoen die in onze begroting is verwerkt als gevolg van de aanvullende bezuiniging vanuit het regeerakkoord bij Rutte IV (ad. € 511 miljoen);
de resterende daling van € 0,6 miljoen in onze begroting voor het jaar 2025 (ten opzichte van 2024) is het gevolg van de korting vanuit de landelijke hervormingsagenda die is verwerkt in de begroting; indien de maatregelen uit die landelijke hervormingsagenda niet (volledig) de beoogde besparingen opleveren, dan worden gemeenten hiervoor in 2025 mogelijk gecompenseerd vanuit het rijk;
in de risicoreserve binnen de begroting is een incidenteel bedrag van € 0,9 miljoen opgenomen voor het opvangen van eventuele tegenvallers binnen de specialistische jeugdhulp.
Gezien bovenstaande punten wordt voorgesteld om in de kadernota 2025 vooralsnog geen aanvullende middelen op te nemen ter compensatie van het dalende budget dat het gevolg is van de maatregelen vanuit het rijk. Waarbij we ons realiseren dat er een aantal onzekere factoren blijven, zoals het open einde karakter van de jeugdwet, de onzekerheden vanuit het Rijk rond de hervormingsagenda en bredere ontwikkelingen in onze maatschappij die druk kunnen zetten op het gebruik van jeugdhulp (economie, onderwijs, mentale gezondheid jongeren en verwachtingen vanuit onze maatschappij).
Nadere toelichting
Voor 2025 en daarna geldt dat er verschillende ontwikkelingen zijn die mogelijk leiden tot een gewenste daling in de uitgaven voor jeugdhulp. In de tweede helft van 2023 is gestart met een project rond kostenbeheersing, waar vanuit een uitgebreide data-analyse kansrijke ombuigsporen zijn geïdentificeerd die in 2024 en 2025 als het goed is reeds tot resultaten kunnen leiden. Andere ombuigsporen hebben mogelijk op een langere termijn effect.
Naast het project rond kostenbeheersing wordt ingezet op het gebiedsgericht samenwerken (GGSW) waarbij we lokaal met verwijzers, voorveld en kennis vanuit de specialistische jeugdhulp op zoek gaan naar andere oplossingen dan het inzetten van individuele verwijzingen binnen specialistische jeugdhulp. Ook heeft de gemeente de komende jaren flink wat werk te verzetten vanuit de hervormingsagenda jeugd, zoals het inrichten van sterke lokale teams die zelf ook een stuk basishulp kunnen bieden. Verder worden er nu reeds voorbereidingen getroffen voor de inkoop vanaf 2027. Alle bovengenoemde, vaak samenhangende, ontwikkelingen vragen mogelijk ook om (incidentele) investeringen en waar nodig zullen deze worden meegenomen in de PenC-cyclus.
Tegelijkertijd is er vanuit de hervormingsagenda Jeugd een korting vanuit het Rijk opgelegd die ook is verwerkt in onze begroting. Oorspronkelijk liep deze korting op van € 0,6 miljoen in 2024 tot ruim € 1,7 miljoen vanaf 2025. Hiervan heeft € 1,1 miljoen betrekking op de hervormingsagenda Jeugd en € 0,6 miljoen op de aanvullende bezuiniging vanuit het regeerakkoord bij Rutte IV (ad. € 511 miljoen). Voor deze laatste besparing (zijnde € 0,6 miljoen voor de gemeente Uithoorn) heeft het Rijk aangegeven aan de lat te staan, dat wil zeggen dat gemeenten weer worden gecompenseerd voor hogere uitgaven wanneer de besparingen niet gerealiseerd kunnen worden. Wel zijn gemeenten in 2024 en 2025 gecompenseerd, doordat de uitwerking van bovengenoemde bezuinigingen vertraging hebben opgelopen. Hiermee is de besparing in 2024 volledig teruggedraaid, in 2025 teruggebracht naar € 1,2 miljoen en vanaf 2026 blijft de besparing € 1,7 miljoen structureel staan. Zoals aangegeven draagt het Rijk in 2025 hiervan een risico van € 0,6 miljoen, waardoor er een maximaal risico overblijft van € 0,6 miljoen in 2025 en € 1,1 miljoen voor 2026 en verder. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is rekening gehouden met een incidenteel risico van € 0,9 miljoen. Dit kan worden gedekt door de algemene (risico)reserve.
Wanneer het niet lukt om een daling in de kosten teweeg te brengen wordt er dus met name voor 2025 en verder voor 2026 en 2027 een in de jaren toenemend tekort in de begroting voor specialistische jeugdhulp verwacht. Echter, we zien dat de kosten voor Jeugdhulp in 2023 aan het stabiliseren zijn. Ook is de verwachting dat de vanuit het project rond kostenbeheersing en de verdere uitwerking van de maatregelen in de Hervormingsagenda Jeugd besparingen gerealiseerd kunnen worden.
Daarnaast hebben rijk en gemeenten afgesproken dat een Commissie van Deskundigen in 2025 en 2028 een ‘zwaarwegend advies’ uitbrengt over het overeengekomen financiële kader en dat dit mogelijk leidt tot een aanpassing van dat kader, waardoor gemeenten mogelijk aanvullend worden gecompenseerd. Op dit moment kan niet worden ingeschat of dit een voordelig effect zal hebben op de korting die aan gemeenten is opgelegd.