Financieel Beeld
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het financieel meerjarenbeeld voor de jaren 2025 tot en met 2028.
Vertrekpunt Kadernota 2025-2028
Het vertrekpunt voor de Kadernota is de Programmabegroting 2024-2027, inclusief het effect van de septembercirculaire 2023.
Tabel 1 - Vertrekpunt | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Programmabegroting 2024 | 959 | -4.105 | -4.067 | -4.939 |
Vertrekpunt financieel beeld begroting 2024 | 959 | -4.105 | -4.067 | -4.939 |
Actualisatie vertrekpunt
Na de vaststelling van de Programmabegroting 2024 zijn er verschillende ontwikkelingen geweest die zorgen voor een gewijzigd financieel beeld. Dit betreft de decembercirculaire 2023, tussentijds genomen raadsbesluiten en de 1e turap 2024.
Tabel 2 - Actualisatie vertrekpunt | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Vertrekpunt financieel beeld Begroting 2024 | 959 | -4.105 | -4.067 | -4.939 |
Raadsvoorstellen | ||||
Aanleg Legmeerbos | -2 | -2 | -2 | -2 |
Water- en rioleringsplan Uithoorn 2023-2027 | 336 | 327 | 325 | 307 |
Parkeerplaats gemeentehuis | -124 | -124 | -124 | -124 |
Herinrichting Sportlaan exploitatiebudget | -211 | -58 | -58 | -58 |
Dorpshuis de Kwakel | -33 | -33 | -33 | -33 |
Subtotaal Raadsvoorstellen | -33 | 110 | 108 | 90 |
1e turap 2024 meerjarig | -54 | 12 | 12 | 12 |
Actueel vertrekpunt kadernota 2025 | 870 | -3.984 | -3.948 | -4.837 |
Decembercirculaire 2023
De decembercirculaire geeft de vertaling van de Najaarsnota van de rijksoverheid en rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af. De inhoud van deze circulaire is vooral financieel technisch van aard, minder bestuurlijk van opzet, voornamelijk betrekking op het huidige jaar en qua financiële omvang na 2023 gering. De effecten zijn dan ook grotendeels incidenteel.
Tussentijds genomen raadsbesluiten
De primaire begroting 2024 vertoonde een overschot van € 0,63 miljoen. Het raadsbesluit van de aanleg van het Legmeerbos, het Water-en rioleringsprogramma Uithoorn 2023 - 2027 de parkeerplaats gemeentehuis, herinrichting van de Sportlaan en Dorpshuis De Kwakel zorgen voor een nadelig effect van € 33.000 in 2025.
1e turap 2024
In de 1e turap is een aantal voorstellen opgenomen die structureel gevolgen hebben voor het meerjarenbeeld. Het gaat hierbij om onvermijdelijke zaken, waaronder indexeringen, de watersysteemheffing, en de bijdrage aan Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland. Voor de inhoudelijke toelichting op deze voorstellen wordt verwezen naar de 1e turap 2024.
Het actuele vertrekpunt in tabel 2 laat een positief beeld zien voor 2025 en een nadeel vanaf 2026.
Indexatie
Jaarlijks wordt de begroting geïndexeerd vanwege loon- en prijsstijgingen. In de 1e turap 2024 zijn de financiële gevolgen van de nieuwe CAO gemeenten structureel verwerkt. Daarnaast is nog een aantal andere posten verder geïndexeerd.
De indexering 2025 is gebaseerd op de meest recente cijfers van het Centraal Economisch Plan (februari 2024). Hierbij is een correctie meegenomen als gevolg van de geactualiseerde indexaties voor 2024 die structureel doorwerken in 2025. Er is onderscheid gemaakt in 4 indexatie, welke het beste aansluiten bij de aard van de kosten en opbrengstenontwikkeling.
Voor loongerelateerde kosten is rekening gehouden met 5,6% en voor (materiële) prijsindexatie 1,2%. Bij een substantieel deel van de begrotingsposten laat de aard van de kosten een mix aan loon- en prijsontwikkeling zien, zoals verbonden partijen, subsidiepartners en (zorg)aanbieders. Hierin worden de kosten hoofdzakelijk veroorzaakt door personele inzet. Om deze reden is er op basis van een 80%-20% weging voor respectievelijk loon- en prijsontwikkeling een afzonderlijke index van 4,72% opgenomen.
Voor een aantal posten heeft er voor het berekenen van de stelpost geen indexatie plaatsgevonden. Dit betreffen voornamelijk kapitaallasten, posten binnen de gesloten huishoudingen alsmede bouwgrondexploitatie. Dit vanuit de gedachte dat deze budgetneutraal voor kosten en opbrengsten doorwerken of geen indexatie hebben. Op de inkomsten van het gemeentefonds heeft geen indexering plaatsgevonden. De meicirculaire 2024 moet uitsluitsel geven over de loon- en prijscompensatie, welke hoofdzakelijk als dekking van de stelpost indexering zal worden ingezet. Over de meicirculaire wordt u afzonderlijk per raadsbericht geïnformeerd. Hierover wordt verderop in de kadernota een nadere toelichting gegeven.
Tabel 3 - Indexatie | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Actueel vertrekpunt kadernota 2025 | 870 | -3.984 | -3.948 | -4.837 |
Indexatie | ||||
Saldo na indexatie | 870 | -3.984 | -3.948 | -4.837 |
Onvermijdelijk
In de programma's treft u voorstellen aan die als onvermijdelijk worden gekwalificeerd. Hiermee worden hogere uitgaven of lagere inkomsten verstaan, die hoe dan ook begroot moeten worden. Er is geen keuzemogelijkheid om iets wel of niet te doen. Het betreft bijvoorbeeld hogere kosten door (veranderende) wetgeving, hogere kosten die door derden (denk aan verbonden partijen) worden opgelegd of tegenvallende inkomsten. Het kan echter ook gaan om lagere uitgaven, bijvoorbeeld door het verschuiven van een investering, waardoor de kapitaallasten een jaar later gaan lopen, of hoger inkomsten, zoals een toename van de inkomsten vanuit de gebundelde uitkering voor de bekostiging van uitkeringen (BUIG). De onvermijdelijke uitgaven en inkomsten worden in de programma's nader toegelicht.
Verwerking van de onvermijdelijke voorstellen leidt tot het financieel beeld in tabel 4. Voor 2025 is nog steeds sprake van een positief saldo ter hoogte van € 180.000. Het jaar 2026 laat een tekort zien van € 4,3 miljoen en het jaar 2027 een tekort van € 4,5 miljoen oplopend naar € 5,4 miljoen in 2028.
Tabel 4 - Onvermijdelijk | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo na indexatie | 870 | -3.984 | -3.948 | -4.837 |
Samenleving | -492 | -242 | -242 | -242 |
Wonen en werken | -199 | -99 | -299 | -299 |
Organiseren | - | - | - | - |
Subtotaal onvermijdelijk | -691 | -341 | -541 | -541 |
Saldo na onvermijdelijk | 180 | -4.325 | -4.488 | -5.378 |
Beleidskeuze
De voorstellen die als beleidskeuze zijn opgenomen betreft zaken die wenselijk zijn, maar waar nog wel een keuze is om deze uitgaven wel of niet te doen. Gezien de financiële situatie wordt hier terughoudend mee omgegaan. Tabel 5 geeft het effect van de niet overgenomen beleidsvoorstellen weer. Voor de beeldvorming wordt hierbij een theoretisch saldo weergegeven. In tabel 6 zijn de beleidsvoorstellen opgenomen die in deze kadernota worden meegenomen. Bij de besluitvorming van de kadernota wordt alleen tabel 6 richtinggevend vastgesteld. Dit in de aanloop naar de definitieve uitwerkingen en vaststelling in de meerjarenbegroting 2025.
Tabel 5 - Niet overgenomen beleidskeuzes | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo na overgenomen beleidskeuzes | 394 | -4.110 | -4.228 | -5.118 |
Samenleving | -55 | -25 | -25 | -25 |
Wonen en werken | - | - | - | - |
Organiseren | -188 | -188 | -138 | -138 |
Subtotaal niet overgenomen beleidskeuzes | -242 | -212 | -162 | -162 |
Theoretisch saldo inclusief niet overgenomen beleidskeuzes | 152 | -4.322 | -4.390 | -5.280 |
Inclusief de niet overgenomen beleidskeuzes is sprake van een positief saldo van € 152.000 in 2025. Het jaar 2026 laat een tekort zien van € 4,3 miljoen en het jaar 2027 een tekort van € 4,4 miljoen oplopend naar € 5,3 miljoen in 2028.
Tabel 6 - Overgenomen beleidskeuzes | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo na onvermijdelijk | 180 | -4.325 | -4.488 | -5.378 |
Samenleving | ||||
Intensievere werkwijze leerlingenvervoer | -40 | -40 | -40 | -40 |
Gebundelde uitkering | 300 | 300 | 300 | 300 |
Wonen en werken | ||||
Projectleider Gebiedsontwikkeling | - | - | - | - |
Instellen assetmanager Energie Duo+ | -46 | -46 | ||
Subtotaal overgenomen beleidskeuzes | 214 | 214 | 260 | 260 |
Saldo kadernota | 394 | -4.110 | -4.228 | -5.118 |
Inclusief de overgenomen beleidskeuzes is sprake van een positief saldo van € 394.000 in 2025. Het jaar 2026 laat een tekort zien van € 4,1 miljoen en het jaar 2027 een tekort van € 4,2 miljoen oplopend naar € 5,1 miljoen in 2028.
In bovengenoemd saldo is nog geen rekening gehouden met toerekening van de rente van nieuw te realiseren investeringen. Hiertoe zal bij de begroting eerst een keuze moeten worden gemaakt ten aanzien van welke investeringen de komende jaren kunnen worden uitgevoerd. Dit in relatie tot de uit het herbezinningstraject beschikbaar te komen ruimte in het begrotingssaldo ter dekking van de uit de investeringen voortvloeiende rentelasten. Zoals eerder aangegegeven was de marktrente de afgelopen jaren vrijwel nihil. In de programmabegroting zal rekening worden gehouden met de actuele ontwikkeling van de (stijgende) marktrente.